Een welving aan het einde van de kwelder,
meer ben je niet,
maar de illusie van een eiland
koester je met verve.
Eilandgevoelens zijn dwingend,
misplaatst asfalt brengt mensen
die je degraderen tot een decorstuk.
Zwijgend tors je de last,
maar inwendig kreun je.
Je verlangt naar een Noordwester storm,
zwiepend riet, schuimende koppen,
zich schrap zettend basalt,
hoog water, dat alleen je kruin ontziet.
Dan voel je de oude band met
Urpogum, Torum, Wilgum, Fletum, Berum, Jansum
je verdronken broers en zusters.
Hoe heet jij eigenlijk?
Ik zoek het op: Bohrinsel.